-
1 afsturen
1 [wegzenden] renvoyer (de)2 [ergens heen zenden] envoyer (vers)♦voorbeelden:1 pas op of ik stuur je van school af • fais attention, sinon je te renvoie de l'école2 een knokploeg op iemand afsturen • lancer ses hommes de main sur qn. -
2 de veerman stuurde de boot van de wal af
de veerman stuurde de boot van de wal afDeens-Russisch woordenboek > de veerman stuurde de boot van de wal af
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Французский